Webquest voor de studenten Latijn 3e graad van het KLA



Bewaarde werken en de "Codex Iustinianus"

Het oudste bekende leerboek in het recht dateert uit 160, de zgn. Institutiones van Gaius. Hierin wordt het recht op systematische wijze behandeld, namelijk verdeeld in recht dat betrekking heeft op personae (personenrecht), res (zakenrecht, erfrecht en verbintenissenrecht) en actiones (procesrecht). Na Gaius hebben ook nog andere belangrijke rechtsgeleerden boeken en verzamelingen gepubliceerd, zoals Aemilius Papinianus en Domitius Ulpianus.

 

De belangrijkste rechtswerken uit de oudheid kwamen er echter op instigatie van een keizer, met name keizer Iustinianus (527-565), die heerste over het Oost-Romeinse rijk.

Mozaïek van Iustinianus uit de Basiliek van San Vitale in Ravenna (Bron: wikipedia.rog)

 

Iustinianus had namelijk gemerkt dat de advocaten en juristen van zijn tijd met een groot probleem kampten: sinds het begin van de republiek waren er zoveel wetten en later constituties (door de verschillende keizers) geformuleerd, die op hun beurt door juristen geïnterpreteerd en becommentarieerd waren, dat eigenlijk haast niemand meer wist welke wetgeving en welke interpretatie nog rechtsgezag had en welke niet. Om in dit kluwen opnieuw duidelijkheid te scheppen, riep Iustinianus een commissie in het leven, onder leiding van Tribonianus, zijn minister van Justitie. Deze commissie leverde een titanenwerk, dat resulteerde in twee boeken: de codex Iustinianus waarin de rechtsgeldige constituties werden vastgelegd van de keizers vóór Iustinianus aangevuld met die van hem (deze codex werd later in zijn regeerperiode nog eens herwerkt en geüpdatet) en de Digesta, waarin de rechtsgeldige interpretaties door juristen van alle mogelijke wetten (daterend vanaf de republiek) werden verzameld. Voor dit laatste werk alleen hebben de compilatoren bijna 2000 boekrollen met in totaal drie miljoen regels doorwerkt. Iustinianus bepaalde dat vanaf hun publicatie juristen zich enkel nog mochten beroepen op de rechtsregels die in deze boeken waren opgenomen.

Ook liet hij voor de beginnende studenten een nieuw leerboek samenstellen, de Institutiones, in hoofdzaak gebaseerd op dat van Gaius. Op een latere datum werden nieuwe constituties van Iustinianus nog eens gebundeld (als aanvulling op de Codex): zij hebben de titel Novellae (sc. leges) gekregen. Al deze rechtswerken gepubliceerd onder de heerschappij van Iustinianus staan gezamenlijk bekend onder de naam: het Corpus Iuris Civilis.